Gemeente Voeren - Natuurlijk rustig!

Remersdaal

Het meest oostelijk gelegen dorpje van Voeren vormt de grens met het vroegere Overmaasgebied. Grazende koeien en overheersende weidelandschappen (alhoewel hier ook maïs opmars maakt) doen je meteen beseffen dat je hier in het Land van Herve zit. Dat geldt trouwens ook voor een groot deel van Voeren, maar in Remersdaal lijkt het landschap echt daarvoor uit de natuur gehouwen.

Ook Remersdaal kent zijn eigen geschiedenis. Sint-Heribertus is de patroonheilige van dit dorp en eveneens de naam van de kerk die dateert uit 1897. Ze werd prachtig gerestaureerd met o.a. middelen die aangereikt werden door de Vlaamse Overheid.

Even verder de helling op en tegenover het kerkhof liggen nog zichtbare restanten van “het Hoes” (inrit, muur,…). Veel blijft er niet meer over van dit adellijke deel van Remersdaal.

Dat is wel het geval voor het Kasteel van Obsinnich uit de 17de eeuw (niet te verwarren met Sinnich in Teuven, de gebieden vloeien wel in elkaar over) dat net na de spoorwegbrug voor je ogen rijst. De brug is trouwens het einde van de langste goederenspoorwegtunnel van België die in Veurs (Sint-Martens-Voeren) de grond induikt. Het kasteel is nu een pleisterplaats voor overwegend jeugdbewegingen.

Autoverkeer is voorlopig niet mogelijk over het bruggetje aan het kasteel. Het loont echter zeker de moeite om eens langs de helling richting Sippenaeken te trekken. Boven over de grens ligt een monument dat herinnert aan de slachtoffers van de elektrische draad die de “grens” vormde tussen België en Nederland tijdens de “Grote Oorlog” (1914-1918).